Projectie

#36

Waar gaat het over?

 

Als je een ruimtelijke figuur op een plat vlak tekent, maak je er een projectie van op het tafereel:

  • Bij parallelprojectie zorg je ervoor dat alle lijnen die in werkelijkheid evenwijdig zijn dat ook in de figuur zijn. Je werkt vaak met een wijkhoek en een verkortingsfactor.
  • Bij centrale projectie of perspectief komen alle kijklijnen in één, twee of soms zelfs drie punten samen.

 

Hoe werkt het?

 

Hier zie je drie verschillende projecties van een kubus.

Wie en wanneer?

 

Onder invloed van de voortschrijdende behoefte van West-Europese (eerst vooral Italiaanse en later ook Vlaamse en Hollandse) kunstenaars om bij het maken van schilderijen de wereld natuurgetrouw af te beelden ontstond in de 15e eeuw het begrip "projectie". Als gevolg daarvan kwam er een meetkunde rond dit verschijnsel tot bloei, de zogenaamde "projectieve meetkunde", vooral onder invloed van Girard Desargues en Blaise Pascal. De beschrijvende meetkunde die daarmee samenhangt werd later ontworpen door Gaspard Monge en Jean Poncelet. Bij beiden gaat het om stellingen rond projecties (vooral centrale projectie) op het platte vlak.

Kernwoorden op deze pagina:

  • meetkunde
  • projectie
  • wijkhoek
  • verkortingsfactor
  • tafereel