Vaak wil je werken met honderdsten, bijvoorbeeld als je geld leent en daarvoor rente wordt gerekend.
Elke honderdste die je extra moet terugbetalen heet een "procent" (het Latijnse "pro cento" betekent "per honderd").
Dus `0,01 = 1//100` deel `= 1`%. En `0,21 = 21//100` deel `= 21`%.
Het rekenen met procenten is eigenlijk niks anders dan honderdsten erbij tellen of eraf trekken. Je moet altijd alleen goed in de gaten houden waarbij, dus wat het basisbedrag is.
Het rekenen met tienden en honderdsten stamt al uit lang vervlogen tijden. Maar het spreken over en rekenen met procenten, percentages, is nieuwer.
Niemand weet precies hoe het procentteken is ontstaan. Een verhaal is dat "per cento" geschreven werd als een P en cento, waarbij de P met zijn rug op het woord cento lag. Dit is langzaam veranderd in het schuin achterste voren komen van de P en het los komen van de halve cirkel van de P. Het woord cento werd vermoedelijk afgekort tot c. Het teken ontstond tussen de jaren 1400 en 1800.
Nog later is ook het teken ‰ is het teken voor promille, duizendste, ontstaan.
Kernwoorden op deze pagina: