Rekentaak 3: Verhoudingen en procenten

Werk zonder rekenmachine! Het gaat hier om het handmatig en uit het hoofd rekenen...

 

Inhoud:

 


Verhoudingen

Bestudeer eerst:

 

Opgaven

 

  1. Milner 30+ kaas kost op zeker moment € 11,90 per `1000` gram.
    1. Hoeveel kost `450` gram van die soort kaas?
    2. Voor hoeveel gram betaal je € 3,57?

  2. Je krijgt oranje verf door `4` liter rode en `2` liter groene verf te mengen.
    1. Je hebt `1,25` liter groene verf. Hoeveel rode verf moet je hierbij doen om oranje verf te maken? En hoeveel oranje verf heb je dan?
    2. Je wilt `4,5` liter oranje verf maken, hoeveel groene verf heb je nodig?

  3. RT03-02.gifOp een pak Optimel staat "Energie: `130` kJ (kilojoule) per `100` mL (milliliter)".
    Hoeveel energie geeft een glas van `250` mL van deze joghurtdrink?

  4. Wat is goedkoper, `400` gram kaas die € 4,90 kost of `450` gram kaas die € 5,49 kost?

  5. Je maakt `700` milliliter natriumcarbonaat-oplossing met een concentratie van `3,75` gram/liter. (`1` liter = `1000` milliliter)
    Hoeveel gram natriumcarbonaat heb je daarvoor nodig?

 

resource.jpg


Procenten

Bestudeer eerst:

 

Opgaven

 

  1. Schrijf als percentage:
    1. `0,25 = ...`
    2. `0,375 = ...`
    3. `0,001 = ...`
    4. `3,14 = ...`

  2. Bereken:
    1. `24`% van `150`
    2. `11`% van `2150`
    3. `3,4`% van `15600`
    4. `0,4`% van `530`

  3. Je hebt een harde schijf van `240` Gb (gigabyte). Daarvan is `64`% inmiddels vol.
    Hoeveel Gb heb je nog over?

  4. Je zet € 3000,= op de bank tegen een rente van `5`% per jaar.
    1. Hoeveel euro rente krijg je over het eerste jaar?
    2. Hoeveel euro rente krijg je over het tweede jaar?

 

resource.jpg


Procentrekenen

Bestudeer eerst:

 

Opgaven

 

  1. Hoeveel procent is
    1. `1/4` deel
    2. `1/8` deel
    3. `5` van de `40`
    4. `12/50` deel
    5. `8` van de `25`
    6. `11/500` deel

  2. Waarom is `1//3` deel niet precies `33`%? Is het meer of minder dan `33`%?

  3. In havo 4F hebben van de `30` leerlingen er `5` de rekentoets in één keer gehaald. In havo 4B waren dat er `3` en hebben er `21` de rekentoets niet gehaald. Alle leerlingen van beide klassen hebben de toets gemaakt. In welke klas is de rekentoets naar verhouding het best gemaakt? Beantwoord deze vraag door de bijbehorende percentages te berekenen.

  4. Van een ijsberg steekt maar een klein deel boven water uit. De verhouding van het deel dat zich boven water bevindt en het deel dat zich onder water bevindt is `1:7`.
    1. Hoeveel procent van de ijsberg zit onder water?
    2. Een ijsberg heeft een volume van `900.000` m3. Hoe groot is het volume van het deel dat boven water uitsteekt?

  5. In een bepaald jaar ging `84`% van alle `16` miljoen Nederlanders op vakantie. `75`% daarvan ging naar het buitenland.
    1. Hoeveel Nederlanders gingen er dat jaar naar het buitenland op vakantie?
    2. Hoeveel procent van alle Nederlanders is dat?

  6. Bekijk het pak Optimel hierboven nog eens. Het is een stuntaanbieding.
    Hoeveel procent korting krijg je?

  7. Eén van de bewoners van Lettele houdt een feest voor het gehele dorp. Er komen maar liefst `312` mensen. Dat is `60`% van de bevolking van Lettele. Hoeveel inwoners heeft Lettele?

 

resource.jpg


Procenten erbij of eraf

Bestudeer eerst:

 

Opgaven

 

  1. Bereken telkens de nieuwe prijs, of het nieuwe bedrag.
    1. Je koopt een fiets van € 650,= met `12,5`% korting.
    2. De contributie van de tafeltennisclub is € 120,= per jaar. Hij wordt met `5`% verhoogd.
    3. Sinds 1960 is de prijs van de benzine met ongeveer `110`% gestegen. Toen kostte `1` L benzine € 0,54.

  2. Je haalt van een bedrag eerst `10`% af en doet er dan weer `10`% van het nieuwe bedrag bij.
    Laat met een berekening zien of je weer hetzelfde bedrag hebt gekregen.

  3. Marianne is met haar vriendin Anneke aan het winkelen. Op een gegeven moment komen ze langs een winkel met enorme aanbiedingen die ze meteen binnenstormen.

    RT03-04.jpg

    1. Marianne ziet een trui van € 49,98. Wat gaat die trui kosten met deze korting?
    2. Anneke koopt twee spijkerbroeken met winkelprijs € 51,75. Wat betaalt ze daarvoor?
    3. Marianne ziet een blouse waarop `20`% korting staat. De winkelprijs is € 33,50 en ze moet er € 27,00 voor betalen. Klopt het kortingspercentage wel?

  4. BTW is de afkorting voor "Belasting toegevoegde waarde". Die belasting betaal je bij het kopen van luxe-artikelen. De BTW op een fiets die € 650,00 kost ex.BTW (dus zonder BTW) is `19`% van de prijs.
    Hoeveel betaal je voor deze fiets inclusief BTW?

  5. Je hebt op 1 januari 2009 een bedrag van € 1000,= op een rekening bij een bepaalde bank gezet. Je doet er verder niets mee, je krijgt alleen jaarlijks `3,5`% rente van de bank.
    1. Hoeveel geld heb je dan op 1 januari 2010?
    2. En hoeveel op 1 januari 2011?
    3. Heb je elk jaar evenveel rente in euro's gerekend? Hoe komt dat?

 

resource.jpg


Door elkaar...

Opgaven

 

  1. In de Eredivisie voetbal wordt elk jaar een lijst van topscorers bijgehouden. De nummer 1 van die lijst eindigt op `28` doelpunten in `34` wedstrijden. De nummer 2 eindigt met `26` doelpunten in `30` wedstrijden.
    Wie heeft naar verhouding het meest gescoord?

  2. Op een stereo-installatie krijg je `40`% korting. Je moet echter wel `21`% BTW betalen. Er zijn nu twee mogelijkheden:
    • De winkelier rekent eerst de prijs met koring uit en telt er vervolgens de BTW bij.
    • De winkelier telt eerst de BTW bij de prijs op en trekt er dan `40`% korting af.
    Laat met een berekening zien wat voor jou het voordeligst is en hoeveel het scheelt.

  3. Een leren bureaustoel van € 295,= kun je kopen voor € 200,=.
    Hoeveel procent korting krijg je?

  4. Een pak hagelslag van `250` gram kost € 1,75.
    De fabrikant doet de volgende aanbieding: `20`% meer voor dezelfde prijs.
    Hoeveel korting krijg je dan?

  5. Het water van de Rijn verspreidt zich als het Nederland binnenkomt over meerdere rivierarmen.

    RijnLobith.jpg

    Eerst gaat `65`% naar de Waal en `35`% van het water naar de Nederrijn. En vervolgens splitst de Nederrijn zich vlak voor Arnhem en gaat `60`% van het water naar de Lek en `40`% naar de IJssel.
    1. Hoeveel procent van het Rijnwater komt in het IJsselmeer terecht?
    2. Hoeveel procent van het Rijnwater komt via de Lek in de Noordzee terecht?
    3. In het Ruhrgebied wordt het water van de Rijn vervuild doordat er een bepaalde hoeveelheid kleurstof wordt geloosd. Onderzoekers schatten dat `640` kg van die kleurstof in de IJssel terecht is gekomen. Hoeveel kg kleurstof is er geloosd?

 

resource.jpg


LogoM4Ainf.gif