Het heeft lang geduurd voordat de `0` (nul) in algemeen gebruik raakte. Dat is niet zo gek omdat de meeste mensen er geen behoefte aan hebben om wat er niet is als aantal - dus met een getal - aan te duiden.
De reden om `0` in te voeren heeft te maken met de manier waarop wij getallen noteren. Ons getallenstelsel is een positiestelsel: `132` is nu eenmaal een ander getal dan bijvoorbeeld `231`, terwijl je in beide gevallen dezelfde cijfers `(1,2,3)` gebruikt. Maar wat doe je dan met een "lege" positie?
Voor getallen gebruik je het tientallig stelsel: `4321 = 1 + 2 * 10 + 3 * 100 + 4 * 1000`.
Wat nu als een getal geen tientallen heeft? Dan zet je op de plaats van het aantal tientallen "niets" neer en als symbool voor dit niets is het cijfer 0 gekozen. `4301` betekent dus: `1` eenheid, geen tientallen, `3` honderdtallen en `4` duizendtallen.
Daarnaast gebruik je het getal 0 om een startpunt op een schaalverdeling aan te geven. En dat brengt overwachte complicaties met zich mee: Was er ooit een jaar `0` in een jaartelling? Kun je delen door `0`? En wat is `0^0`?
Hoewel het cijfer `0` als symbool in een positiestelsel voor getallen al bij de Babyloniërs bekend was is het systematische gebruik van `0` als getal toe te schrijven aan de Indische wiskundige Brahmagupta (598 - 670). Via het Midden-Oosten werd het gebruik van `0` als cijfer en als getal verspreid over de wereld.
Pas in de 13e eeuw is het gebruik van het tientallig stelsel met het cijfer `0` door de Italiaanse wiskundige Fibonacci naar Europa gebracht. En Simon Stevin introduceerde in zijn "De Thiende" het decimale stelsel in de Nederlanden.
Kernwoorden op deze pagina: