De logica is de tak van de wiskunde die gaat over de manieren van redeneren.
In de propositielogica wordt elke bewering opgedeeld in enkelvoudige uitspraken die zijn verbonden door de connectieven "en", "of", "niet", "als ..., dan..." en "... is gelijkwaardig met ...".
Met waarheidstabellen wordt dan de waarheid van de bewering onderzocht. ("waar" = 1 en "onwaar" = 0)
In de predicatenlogica worden aan dit systeem de kwantoren "voor alle ..." (`AA` ) en "er bestaat een ..." (`EE` ) toegevoegd.
Bewering: "Als Jan en Mien ziek zijn gaan ze niet naar hun werk."
`A =` Jan is ziek
`B =` Mien is ziek
`C =` Jan en Mien gaan niet naar hun werk
De bewering is: `A ^^ B => C`. Met een waarheidstabel zie je wanneer deze bewering waar is.
De bewering: "Bij elk geheel getal bestaat een natuurlijk kwadraat" vertaal je als `AA(n in ZZ)EE(k in NN): k = n^2`.
De oudste poging tot logica in het redeneren is van Aristoteles. Hij bedacht de logica van de syllogismen.
George Boole introduceerde in de negentiende eeuw de algebraïsche logica, later propositielogica genoemd. Daarin werden enkelvoudige beweringen gecombineerd tot samengestelde door logische connectieven als "en", "of", "niet" en "als..., dan...".
Later breidde o.a. Gotlob Frege deze logica uit met zogenaamde kwantoren als "alle" en "er bestaat een...". Zo ontstond de predicaatlogica. Nog nieuwer is de vage logica, de logica van niet scherp gedefinieerde objecten.
Kernwoorden op deze pagina: