In de speltheorie staat het nemen van beslissingen centraal. Het gaat om de strategieën in een situatie van "spelers" die een "spel" spelen. De spelers zoeken een strategie naar een voor hen zo gunstig mogelijke uitkomst. Het werken met kansen speelt daarbij een rol.
Het drie deurenprobleem als voorbeeld:
Stel dat je deelneemt aan een spelprogramma en je mag kiezen uit drie deuren: achter een van de deuren staat een auto, achter de andere twee staan geiten. Je kiest een deur, zeg nr. 1, en de presentator, die weet wat er achter de deuren staat, opent een andere deur, zeg nr. 3, met een geit erachter. Hij zegt dan tegen je: "Zou je deur nr. 2 willen kiezen?"
Is het in je voordeel om van deur te wisselen?
De speltheorie is bedacht door John von Neumann en Oskar Morgenstern in hun boek "The theory of games en economic behaviour" uit 1944.
John Forbes Nash raakte in hun theorie geïnteresseerd en schreef in 1950 zijn dissertatie "Non-cooperative games", waarin hij het onderhandelingsevenwicht uitwerkte, dat later het "Nash-evenwicht" werd genoemd.
Kernwoorden op deze pagina: